01/05/2015 08:01 - geplaatst door Marcel Dirks
Voor ze terug keerde naar het land van de Magyaren leverde Eva Szabadfi bij ons nog een interviewtje in van meervoudige vice-wereldkampioen en huidig teammanager bij KEMEA, Marnicq Bervoets. U heeft de groeten van de schone uit de poesta.
Thor voor het interview.
MXWORLD: Wanneer stopte je met crossen? “2004 was mijn laatste jaar in de de GP’s.” MXWORLD: Hoe herinner je deze periodes? Marnicq Bervoets: “De jaren 90 waren echt bijzonder. Mijn jaren bij Suzuki en Yamaha waren de beste van mijn loopbaan.” MXWORLD: Je vocht vele duels uit met Stefan Everts in de 250 cc. Maar hij was meestal iets sneller. Hoe ervaarde je dat? Marnicq Bervoets: “Het was echt moeilijk, omdat we echt wel aan mekaar gewaagd waren. Ik verloor het WK met verschillen van 7, 12 en 22 punten. Het enige wat ik kan zeggen is dat mijn vader stierf, net voor ik prof werd. Hij was mijn grootste steun. Ik denk dat als hij er nog geweest zou zijn, dat hij me nog veel goede raad had kunnen geven. Ik stond er nu alleen voor en dat was vaak moeilijk.” MXWORLD: Op welk seizoen ben je het meeste trots? Marnicq Bervoets: “Dat zal 1996 geweest zijn. We wonnen de MXoN. Daar was ook het stevige duel voor de wereldtitel. Het was een van mijn beste seizoenen.” MXWORLD: Ik ben Hongaarse, en jij hebt ooit mee gereden in de Hongaarse GP in Cserénfa. Herinner je je nog iets van deze omloop, die ondertussen gesloten is? Marnicq Bervoets: “Jawel, ik denk dat het met de 125 cc was. Ik was nog wel héél jong. Ik herinner me vooral de heel lange trip met de bestelwagen.” MXWORLD: Nadat je gestopt was, heft het dan lang geduurd voor de volgende stap. Startte jet meteen of was er een rustperiode? Marnicq Bervoets: “Ik was er drie jaar uit. Ik had zolang in het wereldje gezeten en ik was er een beetje op uitgekeken. Ik had het er ook best moeilijk mee dat ik nooit wereldkampioen werd. Dat was vooral mentaal heel erg. Toen wed ik opgezocht door iemand die een GP-team wilde opzetten. Zo ben ik stap voor stap terug in de MX geraakt.” MXWORLD: Je bent teammanager bij Kemea. Stel je team eens voor? Marnicq Bervoets: “We begonnen vier jaar geleden in het EK. Het had niet veel om het lijf. De teameigenaar woonde in hetzelfde dorp en we kenden mekaar als uit onze kindertijd. Zo zijn we met iets begonnen. Ieder jaar ging het wat beter. Maar het is een project dat toch tijd vergt. Na vier jaar hebben we een degelijke structuur. We zijn er klaar voor om een toprijder bij ons te hebben en darmee aan de toekomst te bouwen. We krijgen officieel steun van Yamaha voor de MX2. Dat helpt ons een stuk vooruit. Daarnaast hebben we privé sponsoren die ons al jaren trouw zijn. Ze willen het team zien groeien. De meeste zijn trouwens op alle GP’s.” MXWORLD: Welke taken moet een manager vervullen tijdens een GP en tijdens de voorbereiding in de winter? Marnicq Bervoets: “Ik ben teammanager, maar ik help ook rechtstreeks onze rijders. Ik was zelf ooit crosser. Het is dus een boel werk en tijd dat daar in gaat. Op de wedstrijddagen zelf voer ik vooral publiciteit. In principe is mijn werk dan gedaan. Maar ik kan u verzekeren, er komt heel wat bij kijken,in de winter en in het weekeinde.” MXWORLD: Hoeveel mensen telt je team? Marnicq Bervoets: “We zijn met zeven mensen. Maar soms springen de bazen bij. Dat maakt dat we een beroep kunnen doen op acht of negen mensen.” MXWORLD: Hoe moeten we ons de voorbereiding naar een GP voor stellen. In welke fases verloopt dit? Marnicq Bervoets: “We zijn teruggekeerd uit Italië. Maandag is alle materiaal gepoetst. De motoren werden geopend, en terug klaar gemaakt voor de volgende wedstrijd. Twee keer in de week wordt er geoefend met de trainingsmotor. Door de mensen van Kemea wordt dag en nacht gewerkt.” MXWORLD: Wat kan je ons vertellen over de rijders. Op welke basis worden ze geselecteerd? Marnicq Bervoets: “Dat was moeilijk. Er zijn twee jongeren. Het is niet gemakkelijk om goede rijders aan te trekken. Je moet al goed gestructureerd zijn. Vervolgens moet je bewijzen dat de motoren goed zijn en pas dan zijn rijders bereid om te praten. We zijn nog niet op dat niveau. Maar dit jaar hebben we echt snelle motoren en het ziet er goed uit voor de toekomst. Ik hoop dat onze rijders nog verbeteren dit seizoen zodat we hen kunnen houden en verder bouwen naar volgend seizoen.” MXWORLD: Hebben jullie een criterium voor het zoeken naar talent.? Marnicq Bervoets: “Dat doen we samen met Yamaha, maar ook daar doen ze soms wijzigingen. Vorig jaar werd hun planning volledig omgegooid. Het heeft tijd nodig om iets op te bouwen met jonge rijders. Men is hard aan de weg aan het timmeren. In de toekomst hoop ik dat we jonge talenten kunnen inlijven en 4 tot vijf jaar met hen kunnen verder werken.” MXWORLD: Toen je zelf nog reed, hoe kwam je dan onder de aandacht van de teams? Marnicq Bervoets: “Ik bleef gewoon mezelf. Als je talent hebt en je bent snel genoeg, dat komt het wel goed.” MXWORLD: Wat is er sinds de jaren ’90 veranderd in deze sport. Wat is er goed, wat wil je veranderen? Marnicq Bervoets: “Het kost vandaag heel veel geld om naar de GP’s te gaan. Je moet echt veel talent hebben om in een team te geraken. Anders denk ik dat het niet mogelijk is. De rijder moet bijna perfect zijn. In mijn tijd was het iets gemakkelijker. Ik was arm, had bijna geen geld, maar de top 8 uit het Belgisch kampioenschap mocht automatisch naar de GP’s. Je kon zo tonen dat je talent had. Nu zijn er veel rijders die thuis moeten blijven omdat ze geen geld genoeg hebben om GP’s te rijden. Aan de andere kant zie ik dat er heel veel rijders van start gingen in het EK. Ik denk dat ze het begrepen hebben dat ze ook via deze piste onder de aandacht van de teams komen. Daar ben ik zeker van. MXWORLD: Wat is je mening over kinderen die van een 85 cc overstappen op een grote motor, meestal een viertakt. Marnicq Bervoets: “Dat hang af van hoe ze er uit zien, of hun lichaam in staat is. Als je groot en sterk bent, dan moet het kunnen. Maar sommige kinderen zijn mager en niet sterk genoeg om een grote motor te besturen. Dan kan het gevaarlijk worden. Het is in elk geval een grote stap.” MXWORLD: We zien nu dat zelfs Ryan Villopoto moeite heft om zich aan te passen aan de MXGP. Wat is het verschil tussen de VS en Europese stijl? Marnicq Bervoets: “Als je de laatste 2 of 3 jaar naar de MXoN hebt gekeken, dat je zelf wel zag dat de Amerikanen niet meer zo goed waren. Ik bedoel, je kreeg er geen wow-gevoel bij. Als je Dungey ziet rijden, dan stel ik vast dat hij niets speciaal is, soms was hij niet eens goed. Het Europese niveau ligt echt wel hoog. De omlopen spelen ons misschien een beetje n de kaart. Maar dat is niet het grote probleem. In Amerika zijn de races veel sneller met grote jumps. Maar ik denk dat als je echt goed bent, dit verschil moet kunnen goed maken na twee of drie GP’s.” MXWORLD: Wie wordt er wereldkampioen MXGP dit jaar? Marnicq Bervoets: “Dat weet ik niet. Het seizoen is nog lang. Een rijder die zich niet kwetst zal er dicht bij zijn, met de huidige krappe verschillen.” MXWORLD: Wie denk je dat Jeffrey herlings zal opvolgen als hij de MX2 verlaat? Marnicq Bervoets: “Dat zijn de mannen die nu achter hem staan. Gajser, Ferrandis als hij blijft. Jonass is heel goed, al reed hij niet zo best in Italië. Maar hij is jong en nog niet ervaren genoeg. Maar dit zijn rijders voor de toekomst. MXWORLD: Er is een gerucht dat de Belgische bond flink sneed in het budget voor de MXoN. Zou het mogelijk zijn dat er gen Belgisch team naar Frankrijk gaat? Wat is uw mening over deze situatie? België is het meest succesvolle land in de geschiedenis van de MXon. Marnicq Bervoets: “Ik denk wel dat er nog iets geregeld wordt. Het is ieder jaar hetzelfde verhaal met België en de bond. Ik begrijp niet hoe het mogelijk is, maar toen ik nog reed waren er al problemen over geld. Het is overigens wel vreemd. De bond moet leven van de licenties van de rijders. Voor andere sporten is er wel steun van de overheid. De motorcross krijgt geen steun. We zijn op onszelf aangewezen. Daar ligt het probleem over het geld denk ik. Ik ben er echt niet zo bij betrokken. Ik voel me slecht bij het feit dat de overheid in België de motorcross niet als echte sport aanziet. Voetbal en wielrennen zijn gemeengoed. De Belgische kampioenschappen zijn bijna over. Er zijn geen omlopen, de rijders komen niet meer, de organisatoren missen toeschouwers en ze kunnen de rijders niet meer betalen. Het gaat echt neerwaarts.” MXWORLD: Wat is de situatie van de motorcross in België. In Hongarije is de motorcross zo goed als verdwenen. Wordt je bijvoorbeeld nog herkend op straat bijvoorbeeld? Marnicq Bervoets: “Voorheen was de motorcross altijd op TV. Het kwam ook in het nieuws. Er waren sponsoren en het publiek kwam massaal. Nu is er geen wereldkampioen meer en onze generatie is weg. We komen niet meer op TV, en ik denk niet dat de massa nog weet wie de crosses zijn. In mijn dorp herkennen ze mij nog wel. Ze zeggen zelfs dat ik er nog goed uit zie (lacht)” MXWORLD: Wat was het beste dat de motorcross je gaf? Marnicq Bervoets: “Dat is een goede, maar ook moeilijke vraag. Er is de kick als je een race wint, of als je mensen gelukkig maakt. Het is zeker dat je soms je fans gelukkig maakt. Aan de andere kant, soms kunnen de supporters je ook de put in krijgen. Maar laat ons bij het positieve blijven. De kick om te winnen, blije supporters te zien is fantastisch, echt iets heel speciaal.”
MXWORLD: Wanneer stopte je met crossen? “2004 was mijn laatste jaar in de de GP’s.” MXWORLD: Hoe herinner je deze periodes? Marnicq Bervoets: “De jaren 90 waren echt bijzonder. Mijn jaren bij Suzuki en Yamaha waren de beste van mijn loopbaan.” MXWORLD: Je vocht vele duels uit met Stefan Everts in de 250 cc. Maar hij was meestal iets sneller. Hoe ervaarde je dat? Marnicq Bervoets: “Het was echt moeilijk, omdat we echt wel aan mekaar gewaagd waren. Ik verloor het WK met verschillen van 7, 12 en 22 punten. Het enige wat ik kan zeggen is dat mijn vader stierf, net voor ik prof werd. Hij was mijn grootste steun. Ik denk dat als hij er nog geweest zou zijn, dat hij me nog veel goede raad had kunnen geven. Ik stond er nu alleen voor en dat was vaak moeilijk.” MXWORLD: Op welk seizoen ben je het meeste trots? Marnicq Bervoets: “Dat zal 1996 geweest zijn. We wonnen de MXoN. Daar was ook het stevige duel voor de wereldtitel. Het was een van mijn beste seizoenen.” MXWORLD: Ik ben Hongaarse, en jij hebt ooit mee gereden in de Hongaarse GP in Cserénfa. Herinner je je nog iets van deze omloop, die ondertussen gesloten is? Marnicq Bervoets: “Jawel, ik denk dat het met de 125 cc was. Ik was nog wel héél jong. Ik herinner me vooral de heel lange trip met de bestelwagen.” MXWORLD: Nadat je gestopt was, heft het dan lang geduurd voor de volgende stap. Startte jet meteen of was er een rustperiode? Marnicq Bervoets: “Ik was er drie jaar uit. Ik had zolang in het wereldje gezeten en ik was er een beetje op uitgekeken. Ik had het er ook best moeilijk mee dat ik nooit wereldkampioen werd. Dat was vooral mentaal heel erg. Toen wed ik opgezocht door iemand die een GP-team wilde opzetten. Zo ben ik stap voor stap terug in de MX geraakt.” MXWORLD: Je bent teammanager bij Kemea. Stel je team eens voor? Marnicq Bervoets: “We begonnen vier jaar geleden in het EK. Het had niet veel om het lijf. De teameigenaar woonde in hetzelfde dorp en we kenden mekaar als uit onze kindertijd. Zo zijn we met iets begonnen. Ieder jaar ging het wat beter. Maar het is een project dat toch tijd vergt. Na vier jaar hebben we een degelijke structuur. We zijn er klaar voor om een toprijder bij ons te hebben en darmee aan de toekomst te bouwen. We krijgen officieel steun van Yamaha voor de MX2. Dat helpt ons een stuk vooruit. Daarnaast hebben we privé sponsoren die ons al jaren trouw zijn. Ze willen het team zien groeien. De meeste zijn trouwens op alle GP’s.” MXWORLD: Welke taken moet een manager vervullen tijdens een GP en tijdens de voorbereiding in de winter? Marnicq Bervoets: “Ik ben teammanager, maar ik help ook rechtstreeks onze rijders. Ik was zelf ooit crosser. Het is dus een boel werk en tijd dat daar in gaat. Op de wedstrijddagen zelf voer ik vooral publiciteit. In principe is mijn werk dan gedaan. Maar ik kan u verzekeren, er komt heel wat bij kijken,in de winter en in het weekeinde.” MXWORLD: Hoeveel mensen telt je team? Marnicq Bervoets: “We zijn met zeven mensen. Maar soms springen de bazen bij. Dat maakt dat we een beroep kunnen doen op acht of negen mensen.” MXWORLD: Hoe moeten we ons de voorbereiding naar een GP voor stellen. In welke fases verloopt dit? Marnicq Bervoets: “We zijn teruggekeerd uit Italië. Maandag is alle materiaal gepoetst. De motoren werden geopend, en terug klaar gemaakt voor de volgende wedstrijd. Twee keer in de week wordt er geoefend met de trainingsmotor. Door de mensen van Kemea wordt dag en nacht gewerkt.” MXWORLD: Wat kan je ons vertellen over de rijders. Op welke basis worden ze geselecteerd? Marnicq Bervoets: “Dat was moeilijk. Er zijn twee jongeren. Het is niet gemakkelijk om goede rijders aan te trekken. Je moet al goed gestructureerd zijn. Vervolgens moet je bewijzen dat de motoren goed zijn en pas dan zijn rijders bereid om te praten. We zijn nog niet op dat niveau. Maar dit jaar hebben we echt snelle motoren en het ziet er goed uit voor de toekomst. Ik hoop dat onze rijders nog verbeteren dit seizoen zodat we hen kunnen houden en verder bouwen naar volgend seizoen.” MXWORLD: Hebben jullie een criterium voor het zoeken naar talent.? Marnicq Bervoets: “Dat doen we samen met Yamaha, maar ook daar doen ze soms wijzigingen. Vorig jaar werd hun planning volledig omgegooid. Het heeft tijd nodig om iets op te bouwen met jonge rijders. Men is hard aan de weg aan het timmeren. In de toekomst hoop ik dat we jonge talenten kunnen inlijven en 4 tot vijf jaar met hen kunnen verder werken.” MXWORLD: Toen je zelf nog reed, hoe kwam je dan onder de aandacht van de teams? Marnicq Bervoets: “Ik bleef gewoon mezelf. Als je talent hebt en je bent snel genoeg, dat komt het wel goed.” MXWORLD: Wat is er sinds de jaren ’90 veranderd in deze sport. Wat is er goed, wat wil je veranderen? Marnicq Bervoets: “Het kost vandaag heel veel geld om naar de GP’s te gaan. Je moet echt veel talent hebben om in een team te geraken. Anders denk ik dat het niet mogelijk is. De rijder moet bijna perfect zijn. In mijn tijd was het iets gemakkelijker. Ik was arm, had bijna geen geld, maar de top 8 uit het Belgisch kampioenschap mocht automatisch naar de GP’s. Je kon zo tonen dat je talent had. Nu zijn er veel rijders die thuis moeten blijven omdat ze geen geld genoeg hebben om GP’s te rijden. Aan de andere kant zie ik dat er heel veel rijders van start gingen in het EK. Ik denk dat ze het begrepen hebben dat ze ook via deze piste onder de aandacht van de teams komen. Daar ben ik zeker van. MXWORLD: Wat is je mening over kinderen die van een 85 cc overstappen op een grote motor, meestal een viertakt. Marnicq Bervoets: “Dat hang af van hoe ze er uit zien, of hun lichaam in staat is. Als je groot en sterk bent, dan moet het kunnen. Maar sommige kinderen zijn mager en niet sterk genoeg om een grote motor te besturen. Dan kan het gevaarlijk worden. Het is in elk geval een grote stap.” MXWORLD: We zien nu dat zelfs Ryan Villopoto moeite heft om zich aan te passen aan de MXGP. Wat is het verschil tussen de VS en Europese stijl? Marnicq Bervoets: “Als je de laatste 2 of 3 jaar naar de MXoN hebt gekeken, dat je zelf wel zag dat de Amerikanen niet meer zo goed waren. Ik bedoel, je kreeg er geen wow-gevoel bij. Als je Dungey ziet rijden, dan stel ik vast dat hij niets speciaal is, soms was hij niet eens goed. Het Europese niveau ligt echt wel hoog. De omlopen spelen ons misschien een beetje n de kaart. Maar dat is niet het grote probleem. In Amerika zijn de races veel sneller met grote jumps. Maar ik denk dat als je echt goed bent, dit verschil moet kunnen goed maken na twee of drie GP’s.” MXWORLD: Wie wordt er wereldkampioen MXGP dit jaar? Marnicq Bervoets: “Dat weet ik niet. Het seizoen is nog lang. Een rijder die zich niet kwetst zal er dicht bij zijn, met de huidige krappe verschillen.” MXWORLD: Wie denk je dat Jeffrey herlings zal opvolgen als hij de MX2 verlaat? Marnicq Bervoets: “Dat zijn de mannen die nu achter hem staan. Gajser, Ferrandis als hij blijft. Jonass is heel goed, al reed hij niet zo best in Italië. Maar hij is jong en nog niet ervaren genoeg. Maar dit zijn rijders voor de toekomst. MXWORLD: Er is een gerucht dat de Belgische bond flink sneed in het budget voor de MXoN. Zou het mogelijk zijn dat er gen Belgisch team naar Frankrijk gaat? Wat is uw mening over deze situatie? België is het meest succesvolle land in de geschiedenis van de MXon. Marnicq Bervoets: “Ik denk wel dat er nog iets geregeld wordt. Het is ieder jaar hetzelfde verhaal met België en de bond. Ik begrijp niet hoe het mogelijk is, maar toen ik nog reed waren er al problemen over geld. Het is overigens wel vreemd. De bond moet leven van de licenties van de rijders. Voor andere sporten is er wel steun van de overheid. De motorcross krijgt geen steun. We zijn op onszelf aangewezen. Daar ligt het probleem over het geld denk ik. Ik ben er echt niet zo bij betrokken. Ik voel me slecht bij het feit dat de overheid in België de motorcross niet als echte sport aanziet. Voetbal en wielrennen zijn gemeengoed. De Belgische kampioenschappen zijn bijna over. Er zijn geen omlopen, de rijders komen niet meer, de organisatoren missen toeschouwers en ze kunnen de rijders niet meer betalen. Het gaat echt neerwaarts.” MXWORLD: Wat is de situatie van de motorcross in België. In Hongarije is de motorcross zo goed als verdwenen. Wordt je bijvoorbeeld nog herkend op straat bijvoorbeeld? Marnicq Bervoets: “Voorheen was de motorcross altijd op TV. Het kwam ook in het nieuws. Er waren sponsoren en het publiek kwam massaal. Nu is er geen wereldkampioen meer en onze generatie is weg. We komen niet meer op TV, en ik denk niet dat de massa nog weet wie de crosses zijn. In mijn dorp herkennen ze mij nog wel. Ze zeggen zelfs dat ik er nog goed uit zie (lacht)” MXWORLD: Wat was het beste dat de motorcross je gaf? Marnicq Bervoets: “Dat is een goede, maar ook moeilijke vraag. Er is de kick als je een race wint, of als je mensen gelukkig maakt. Het is zeker dat je soms je fans gelukkig maakt. Aan de andere kant, soms kunnen de supporters je ook de put in krijgen. Maar laat ons bij het positieve blijven. De kick om te winnen, blije supporters te zien is fantastisch, echt iets heel speciaal.”
