MX World

10/07/2012 20:52 - geplaatst door Marcel Dirks

Virtueel doet het motorcross zonder het zelf misschien te beseffen al jaren aan “inteelt”. De meeste jonge motorcrossertjes komen zelf namelijk meestal uit een motorcrossmilieu of uit een stal waar opa of overgrootvader toch wel met een motor heeft gereden. Al jaren voorziet het motorcross hunzelf dus van de overgrote meerderheid van hun jeugd pilootjes. Van echt verse instroom is nauwelijks sprake. Van “nieuw bloed” is er dus geen spraken, vandaar de “virtuele inteelt”. Klik op thor en lees meer!

De vraag is dus waarom zien we vooral kinderen van crossers beginnen motorcrossen? Het is een combinatie van verschillende factoren. Het feit dat onze sport nu verbannen is naar de betaalzender MotorsTV en enkel nog maar een 29minuten durende samenvatting krijgt op Canvas doet er geen goed aan. Kinderen hebben namelijk voorbeelden nodig, ze willen namelijk als Messi, Vettel, Rossi of Tommeke Boonen zijn. Uiteraard is onze sport niet altijd verbannen geweest in een uithoek van televisieland. Denk maar aan onze laatste echte grote heropleving in 1998 toen de grand prix’s in Kester, Leuven, Balen en Namen werden bijgewoond door meer dan tienduizenden mensen. Daarnaast explodeerde de kijkcijfers van het WK Motorcross en zo zag meer dan een miljoen mensen hoe Harry Everts van co-commentator langzaam veranderende in een vader die het niet meer kon aanzien hoe zijn zoon de titel verloor. Ja 1998 was een jaar waarin motorcross de Belgen terug beroerde en waarin ook niet motorcross kinderen superster Stefan Everts wilden zijn of Antiheld Seb Tortelli, andere kozen dan weer voor eeuwige underdog Marnicq Bervoets of voor eeuwige werker Joël Smets. Maar helaas waren de bonden blind voor de adoratie van deze kinderen en dus deden ze er ook niks mee. Ze vergaten deze dikke vis binnen te halen en te investeren in de toekomst, onze jeugd. In plaats van te investeren dreven de heren voort op de roze wolk want onze sport deed het goed. (niet alleen het motorcross deed dit maar ook o.a. het zwemmen en het judo maakte de identieke fout.). Maar nu zoveel jaar later zijn de kinderen van toen groot, doet het motorcross het een stuk minder en zien we pas echt dat men toen vergeten is om te investeren om succesverhalen als dat van Stefan Everts, Joel Smets, Marnicq Bervoets, Jacky Martens, Werner Dewit en andere verder te kunnen zetten. Nu gedane zaken nemen geen keer en het is nu vooral de vraag hoe we nu zonder die media aandacht een jong publiek naar het motorcross kunnen trekken. Want het behoeft geen kerngeleerde om uit te vinden dat de kans groter is om uit 1000 pilootjes een nieuwe kampioen te vinden in plaats van uit 100. Ook is elke extra beoefenaar commercieel interessant voor zowel clubs, bonden als verdelers van motoren en kleding. Maar welke acties kunnen er effectief een jong publiek naar een motorcrosswedstrijd lokken? Persoonlijk denk ik dat “de truc” van het circus wel interessant is, u kent hem wel. Maar steek deze in een MX-jasje, kies bijvoorbeeld een eerste leerjaar ergens in België van eender welke school en geef deze kinderen een gratis ticket dat alleen geldig is bij begeleiding van een volwassenen. Geef hierbij nog een bon voor een gratis ritje op een 50cc kindermotortje. Want laat ons eerlijk zijn wat heeft meer aantrek een voetbal, basketbal of een motortje waarop ze zelf kunnen rijden? Daarnaast moet er ook eens gekeken worden naar onze kampioenen van nu, want zoals reeds verteld zoeken kinderen voorbeelden en ook zoekt onze sport een nieuw uithangbord. Het is uiteraard jammer dat de sportieve prestaties van de huidige generaties meestal geen of nauwelijks mediatijd krijgen maar dit wilt niet zeggen dat daarmee de rol van de kampioenen van nu is uitgespeeld. De Belgische toppers van nu kunnen met kleine dingen toch hun duid in het zakje doen. Ik denk nu maar aan acte de presence op de sportdagen van de lokale school. Ook moet er worden nagedacht dat elke media belangrijk is van lokale tot nationale en dat uw hoofd laten zien op bepaalde “verplichte nummers” ook hoort bij de job. Want hoe meer je hoofd gezien word, hoe herkenbaarder het word! De laatste opmerking en misschien wel horde die “niet motorcross families” weerhoud om te beginnen met motorcrossen is de ingewikkelde structuur van het Vlaamse motorcrosslandschap. In een ideale wereld zou een beginner naar de BMB moeten gaan en moeten kunnen zeggen ik woon in X en begin net te rijden met een 50cc. Daarop zou dan de BMB op zijn beurt dan weer op moeten antwoorden: dan is bond Y het beste voor u omdat deze in uw buurt opereert. Maar het is geen ideale wereld en ik kom in één van de volgende stukken zeker uitgebreider op deze zaak terug. Maar in het eerstvolgende stuk zal ik het hebben over de opleiding in België en meer bepaald Vlaanderen.